Tag archieven: VS

Wat zijn dit voor vragen? Vraag 4 van 6: Wie moet de leider zijn?

In de zomer 2013 viel mijn oog op een terugkerend artikel uit De Volkskrant. Er werden aan verschillende mensen steeds dezelfde zes vragen gesteld. Ik nam mij voor die vragen ook eens beantwoorden. Steeds één per blog.
Hier volgt de vierde Volkskrant vraag.
Vraag 4: Wie zou de baas van de wereld moeten zijn?
Wat een woord, baas! In dit verband zou ik eerder van ‘leider’ willen spreken.

Lees verder Wat zijn dit voor vragen? Vraag 4 van 6: Wie moet de leider zijn?

Amerika en zijn politieke systeem: impasse

Onlangs was ik op bezoek in Washington DC. Ik heb alle bezienswaardigheden gezien, De White House, het Lincoln Memorial, het Vietnam Monument, Korea, noem maar op. Prachtige gebouwen in een prachtige stad. Werkelijk een prachtige stad.

 

Ook het Capitool kwam aan de beurt. Een enorm gebouw, een soort paleis, boven op een heuvel: Capitol Hill. Goed gepositioneerd, omdat je er als het ware letterlijk tegenop kijkt: tegen het bolwerk waar ‘democratie aan het werk’ is. Met overigens daar weer boven een symbool: Persephoné. Het enige symbool dat de Amerikaanse democratie boven zich duldt: het symbool van de vrijheid!
Niettemin had ik over het Capitool mixed feelings: we weten dat Amerika’s politiek volledig in het moeras zit. De twee partijen – Democraten en Republikeinen in het Congres, de wetgevende macht – zitten muurvast en houden elkaar én de president, de uitvoerende macht, in de houdgreep. Bijna geen enkele wet wordt aangenomen en als het al lukt wordt de wet in sommige staten vervolgens dermate uitgekleed, dat zodoende het oorspronkelijke doel weer teniet wordt gedaan.
De staten hebben die macht, want de staten zijn behoorlijk autonoom. Federale wetgeving, uit Washington dus, dient veelal in de staten door lokale wetgeving te worden geïmplementeerd.
Even terzijde. Wist je dat het Amerikaanse federale model is gebaseerd op de Unie van Utrecht van 1579, waarbij Willem van Oranje een vroege vorm van een federale unie smeedde. Later werd dat De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

 

De impasse in de VS komt voort uit het niet tijdig aanpassen van het democratisch systeem, het niet meegaan met de tijd: toen men begon, ruim tweehonderd jaar geleden en de communicatiemiddelen nog primitief waren, moest men ‘kiesmannen’ kiezen, die vanuit de lokale politiek naar Washington werden gestuurd, om daar een stem uit te brengen. Dat is begrijpelijk omdat men met paard en wagen reisde.

 

Bovendien ontwierp men destijds een systeem met een combinatie van evenredige vertegenwoordiging en een districtenstelsel. Daardoor ontstond een situatie waarbij last en ruggespraak en lokale invloeden de overhand kregen. Net als in de eerder genoemde Republiek der Verenigde Nederlanden.

 

Er werd namelijk een methode gevonden waarbij de autonome staten, groot en klein, op een rechtvaardige manier in Washington werden vertegenwoordigd. Dit werd ingevuld door in het House of Representatives de counties en de districten zodanig vertegenwoordigers te laten kiezen, dat daarmee de grootte van de staat werd gereflecteerd, op basis van inwoneraantallen. In de Senate kreeg iedere staat echter evenveel vertegenwoordigers, namelijk twee.

 

Dat alles is begrijpelijk in de situatie van tweehonderd jaar geleden. Maar vervolgens heeft men het zo gelaten. Men was niet in staat dat te veranderen, het aan te passen aan de veranderende eisen van de moderne tijd.

 

Dus als een wet in het Congres al wordt aangenomen en gegeven dat hij dan geheel door de tegenstanders is uitgekleed, is er veel aan lokale toezeggingen weggegeven. De kostprijs voor een aangenomen wet is dus hoog.

Het dubbele gevoel zit hem dus in het feit dat dit land, met zo’n prachtige democratische geschiedenis, dat zoveel grootse mensen heeft voorgebracht, niet (meer) in staat is zijn verantwoordelijkheid te nemen en stappen tot hervorming te zetten. Zo jammer en ook zo gevaarlijk, omdat het door zijn kracht en invloed enorme effecten sorteert voor andere landen en werelddelen.

Het kleine denken

Verbaas jij je ook wel eens over sommige dingen. Neem nou straatbordjes. Of nummers op de huizen. Ik bedoel, de grootte ervan.
Ik liep laatst door een wijk in Den Haag. Ik liep op een grote, brede straat, met een brede middenberm en daarop een trambaan. Het straatbordje is zo klein, dat je het bijna niet kunt vinden. Het is net zo klein als de bordjes in een smal bestrate nieuwbouwwijk, een ‘woonerf’. Voor je het weet raas je er langs. Ik heb er een voorbeeld van: zie de foto van een straatbordje uit Rotterdam, op een drukke invalsweg. Kun je het zien? Een piepklein blauw straatbordje.

Maar ook de nummers op de flatgebouwen zijn piepklein. Hoe kun je dat nou lezen, terwijl je zo’n 30 á 40 kilometer per uur rijdt. Ook daar heb ik een foto van. Vanaf het voetpad, dus dichtbij, genomen.
 
In Amerika heb je grote borden die dwars op de rijrichting staan, waar je dus niet om heen kunt. Maar ja, in Amerika is alles gericht op de automobilist. De borden en nummers moeten dus wel groot zijn, want je moet ze in een flits kunnen zien, zonder jezelf en het verkeer in gevaar te brengen. En ze denken groot! Dat helpt ook.


In Nederland is veel van die zaken nog gericht op paard en wagen. We zijn stil blijven staan. We hebben ons niet aangepast. We zijn (nog steeds) niet op reizigers uit onbekende streken gericht. Slechts op het naburige dorp!  Je ziet het ook aan de borden langs de snelweg:
Als je in Duitsland, Frankrijk of Spanje over de snelwegen rijdt, worden sommige grote steden al honderden kilometers van te voren aangegeven. Berlijn, München, Parijs, Bordeaux, Barcelona. Dan weet je ongeveer waar je heen moet. Als je van de Afsluitdijk komt en je rijdt naar Amsterdam, dan je zie geen bord Den Haag, Rotterdam of Utrecht (Eindhoven of Maastricht al helemaal niet). De borden Den Haag of Rotterdam zie je pas twee kilometer voordat je bij Amsterdam bent. Op het laatste bord vlak voor dat je ring oprijdt staat er op het bord dat vier rijstroken beslaat: ‘Amsterdam 2′. In Utrecht is ook zo’n situatie. op de A28. Zou je als reiziger niet precies de weg weten, dan ontstaat de indruk alsof je op het punt staat het centrum van Amsterdam of Utrecht binnen te rijden. Daarna moet je maar weer verder zien.
Het is een vorm van ‘klein denken’ van ons Nederlanders.

De Amerikaanse highway

In Amerika heb je een systeem van wegen, de Interstate highways, die in de meeste gevallen ook de staten met elkaar verbindt. Al in de jaren vijftig gebouwd.
Rond de steden worden deze snelwegen vervolgens aangevuld met expressways, parkways, freeways, grote snelwegen. Wat wij denken dat een Amerikaanse highway is, is vergeleken met de exressway of de parkway eigenlijk een provinciale of gemeentelijke weg. De lokale highway is namelijk een weg vol met stoplichten maar met wel tenminste twee of drie en soms vier rijstroken. De stoplichten zijn goed op elkaar ingesteld. Dat wil zeggen, als het licht op groen springt, kun je een aantal lichten na elkaar passeren. Pas na een paar minuten springen de lichten weer op rood. Je bent dan een flink stuk opgeschoten.
Voorts zijn er overal op- en afritten, zowel naar links als naar rechts. Afritten naar winkels en winkelcentra, shopping malls, restaurants, drive thru’s, soms eindeloos achter elkaar. McDonald’s, Burger King en allerlei lokale fast food restaurants, Denny’s, Wendy’s, maar ook Charley’s Stakehouse, Red Lobster, de Lobster Pot, het Japanse Kobe, enzovoort. Ziet er altijd wel gezellig uit, overigens, vooral ’s avonds, als alles verlicht is.
Een volgend voordeel van de highway met de vele winkels en restaurants ernaast is, dat al die verschillende zaken door subwegen met elkaar verbonden zijn. Mocht je te laat afslaan, geen nood, ‘binnendoor’ ben je zo weer ter bestemder plaatse.
De expressway en de Interstate highway  is meer vergelijkbaar met onze snelweg: ze gaan door weilanden, door bossen of overal overheen.  En hier en daar een tankstation, met daar weer een wereld van restaurants en natuurlijk, Starbucks er omheen.
Wat het verkeer rustig maakt komt door wat wordt genoemd: lane keeping. Je rijdt in je strook en daar blijf je. Je mag links én rechts inhalen. Hinderlijk links rijden – in Nederland wegirritatie nummer één – bestaat daar dan ook niet, net zo min als – nummer twee – bumperkleven.  Dat is eenvoudigweg niet nodig. Je gaat de auto’s gewoon voorbij aan de kant die jij kiest.
 
Wat ik ook zo kan waarderen is dat de rijrichting overal staat aangegeven. Bijvoorbeeld US highway 192 North. Of, de andere kant op: South. En in de auto staat aangegeven (bij moderne auto’s in de spiegel) of je west of oost, noord of zuid rijdt, of daartussen in, bijvoorbeeld zuidoost. Je weet in grote lijnen waar je heen gaat, bij twijfel ga je de kant op waar je reisdoel ligt. In Nederland staan op de groene hectometerpalen langs de snelweg, Li en Re, wat staat voor links en rechts. Het kan gebeuren dat je naar het noorden rijdt op bijvoorbeeld de A4. Staat er op zo’n hectometer paal ‘Li’. Dan klopt dat niet met je gevoel. Het voelt namelijk als rechts. Je moet nadenken, terwijl noord of zuid, logischer zou zijn. 
Bij het uitdelen van bonnen voor verkeersovertredingen snappen ze maar al te goed: laatst kreeg ik een bon met daarop een paar kilometer te hard rijden op de A4 West!

Elvis, the King of Rock

Ik ben een enorme fan van Elvis Presley. Ik ben dat pas op wat latere leeftijd geworden. Dat dit zo laat kon ontstaan komt simpelweg omdat er in mijn jeugd weinig tot geen Elvis op de radio werd gedraaid. Na 1968 werd het enige dat van Elvis te horen was, gedraaid op Radio Veronica.
In de tijd dat de The Beatles de wereld met beatlemaniabestormden (1963 – 1966), maakte Elvis stompzinnige films, de een nog slechter dan de andere. In 1968 stopte hij daarmee, gedesillusioneerd en kwam terug met de opmerkelijke televisie comeback special. Een buitengewone en bijzondere performance. Een must see. Daarna kwamen er twee hits, In The Ghetto en Suspicious Minds en die werden af en toe op Radio Veronica gedraaid. Na de comeback special trad hij tot zijn dood in 1977 regelmatig op. Daar zijn prachtige dvd’s van. Sommige zijn een weerslag van zijn adembenemende performances. Zie de link naar Suspicious Minds op You Tube: 

http://www.youtube.com/watch?v=SBmAPYkPeYU

Ze zijn om allerlei redenen adembenemend. Te beginnen met Elvis z’n prachtige stem, zuiver, hard en zacht tegelijk en diep. Tijdens een uitzending van de Top 2000 á go go met Mathijs van Nieuwkerk in het een of andere café, werden een aantal uitvoeringen van On Blueberry Hill van onder andere Fats Domino gedraaid. Ook de uitvoering van Elvis kwam langs. Een ‘wouw’ ging door de kroeg!

Daarnaast steelt hij de show. Wervelend. Prachtige bewegingen. Voor vrouwen lijkt mij dat buitengewoon om te zien, zeer sensueel. Voor mannen geldt, als ik voor mezelf spreek, dat het opzwepend is.
Met veel aandacht voor de fans. Dat is nu niet meer voor te stellen. Als je de opname van zijn concerten uit 1970 in Hawaii ziet bijvoorbeeld, dan neemt hij uitgebreid de tijd om van de fans bloemen, zakdoeken en zoenen in ontvangst te nemen. Onvoorstelbaar. Hij zou nu van het podium gesleurd worden!

Een relatief onbekend terrein waar Elvis actief op is geweest, is gospel. Ik heb ergens gelezen dat Elvis na afloop van zijn optredens, zich met zijn band en achtergrondkoor terugtrok en tot diep in de nacht gospels zong. Ook daar zijn cd’s van. Daar moest ik meer van weten. Via iTunes heb ik uiteindelijk wat van die muziek en opnames weten te bemachtigen. In een woord fantastisch! Wat een muziek, rock en gospel vermengd, echt prachtig.

Elvis is helaas veel te vroeg overleden. Hij overleed aan overmatig medicijngebruik. Uppers en downers. Hij werd slechts 42 jaar! Gelukkig leeft zijn muziek voort.

Een linkje van iemand die zo vriendelijk was het in het commentaar te zetten.
http://www.youtube.com/watch?v=yNhO9Sw_OjQ

Publix, een Amerikaanse supermarkt keten

We waren weer op bezoek in Florida. Ik heb daar al eens een blog over gepost (maart 2012). We hebben in Florida een huis dat we verhuren (zie http://www.trafalgar-rose.com/ en http://www.micazu.nl/vakantiehuis/trafalgar-rose-de-droom-vakantievilla-10626/).
 
Wat opvalt in Amerka is onder andere de supermarkt. Ik ben daar erg enthousiast over. Om allerlei redenen. Om te beginnen zijn er talloze supermarkten. Ze zijn vaak ‘verborgen’ in een grote shopping mallaan de highway, met allerlei andere winkels er omheen. Zoals kleine en grote restaurants, fastfood ketens, drugstores, nail studio’s, tuinspullen, bloemen en planten en wat dies meer zij. Teveel om op te noemen.
 
We bezoeken onze ‘eigen’, dat wil zeggen dichtstbijzijnde supermarkt, de Publix. De Publix is een enorme supermarkt, een grote hal, met brede paden tussen de schappen. Ruimte is het sleutelwoord. Ze zijn van tien tot tien geopend, nergens zie je kratten met aan te vullen spullen. Alles ligt er netjes en schoon bij.
Het is niet alleen maar een supermarkt, het is veel meer dan dat: er is een apotheek, een restaurant, ze verkopen allerlei andere zaken, zoals tv’s, boeken, planten, fototoestellen, enzovoort.
 
Maar laten we bij het begin beginnen: je komt aanrijden, ruimte alom en vele brede parkeerplaatsen waar je niet voor hoeft te betalen en ook nog eens  vlakbij de ingang. Bij de entree staan niet alleen (gratis) winkelwagens maar ook met opgeladen accu’s uitgeruste invalide wagentjes. 
 
Je gaat naar binnen en ziet aan de rechterkant een complete bakkerij met vers brood. Iets verderop is een slagerij en wat daar opvalt, afgezien van de vriendelijkheid van het bedienend personeel, is dat ze allemaal haarnetjes en handschoenen dragen. Buitengewoon hygiënisch.
 
We slenteren langs een enorme groeten-afdeling, een sushi afdeling met ter plekke vers gemaakte sushi. We vervolgen onze weg langs de talloze ruim opgezette schappen. Om de paar meter hangen kleine hebbedingetjes voor een impuls aankoop aan de schappen. Hebbedingetjes die nuttig zijn: variërend van kurkentrekkers tot, handige flesopeners voor oudere mensen met minder kracht in hun handen, tot doekjes, mesjes, fussy fingers om computer schermen te reinigen, enzovoort.
En wat een gigantische hoeveelheid aan producten en veelheid aan keuzes: pindakaas, bijvoorbeeld is er in alle soorten en maten, rijen achter en boven elkaar. Zo ook de ketchup, kruiden, cornflakes, drinkwater, frisdranken, noem maar op. Dat is prima, zoveel te kiezen, alleen je vraagt je af of ze ze het wel allemaal verkopen. En op tijd. Tien mijl verderop is er namelijk weer precies zo’n winkelcentrum met een Publix.


Bij de kassa aangekomen, worden de aankopen gescand en door de  kassière zelf of een hulpje in plastic zakken gedaan. Een buitengewoon efficiënt gebeuren. De plastic zakken worden vervolgens in de winkelwagen gezet en die rijd je naar de auto. De zakken gaan in de achterbak en weg ben je, de highway op, op weg naar huis. 
 

Of eerst nog even langs Starbucks voor een cappuccino onderweg, of een andere drive thru’.