Vandaag ben ik weer eens de deur uitgegaan om te schrijven. Ik zit bij boekhandel Scheltema aan het Rokin in Amsterdam, een prettige, grote winkel, met allerlei etages. Op de eerste hebben ze een coffeecorner. Daar zit ik nu.
We rijden over Highway 1 aan de Westkust van de Verenigde Staten. Ook door Californië. Een beroemde, meestal tweebaansweg. Hij is lang, hij loopt van Canada naar Mexico langs alle westkusten van deze landen. We rijden het stukje van San Francisco naar Monterey, zo’n tweehonderd kilometer zuidelijker.
Tijdens de memorabele vaartocht met mijn vader van Nederland naar Engeland in 1969 gebeurde er niet alleen wat ik in twee eerdere Near Misses besprak (we voeren met grote snelheid bijna op een boei – Near Miss 1 – en we verdwaalden op het Kanaal – Near Miss 3. Er gebeurde tijdens die tocht nog een bijna ongeluk. Tijd voor Near Miss 5 dus (zie voor de linkjes, onderaan deze blog).
Rond Pasen dit jaar gingen we naar Jesus Christ Superstar. Oorspronkelijk een film, maar later ook als musical uitgevoerd. Eind maart en begin april was de musical uitvoering in AFAS Live, voorheen Heineken Music Hall. Het bijzondere was dat de oorspronkelijke zanger, Ted Neeley, net als in 1973 weer als Jesus figureerde. Hij was duidelijk ouder, veel ouder (45 jaar ouder maar liefst) en z’n stem was misschien wat ijler – je hoort duidelijk dat het iemand is die wat ouder is – maar hij zong weer fantastisch, net als voorheen, ook de hele hoge noten. Op zijn, ik schat, 75ste!
Iets dat ik tot voor kort in het dagelijks leven deed en dat nu vervallen is, betreft het vakantiehuis in Florida. In een eerdere blog beschreef ik dat we een vakantiehuis in Florida exploiteerden (zie het linkje onderaan de blog). Het huis hebben we vorig jaar (net voordat hurricane Irma over Florida raasde) verkocht en alle activiteiten die met de exploitatie te maken hadden zijn beëindigd.
Gisteren, een prachtige maar heel koude dag, reed ik met de trein door het Hollandse landschap tussen Haarlem en Leiden. Wat zag het er mooi uit. Het is winter, alles is grauw, kaal en vlak. Geen bloeiende weiden, maar bruin, geen bladeren aan de bomen maar kaal, deels bevroren sloten, nog geen ijspret. Je zou zeggen: wat lelijk. Maar het tegenovergestelde trof mij gisteren. Ik vond het mooi!
In deze rubriek verhaal ik over de bijna ongelukken (near misses) die mij met mijn avontuurlijke vader overkwamen. Deze keer niet echt levensgevaarlijk, maar toch wel erg spannend: wier in de schroef! Hier volgt het relaas.
Toen ik een jaar of tien was, kocht mijn vader zijn eerste boot: een Waterland kruiser van ruim zeveneneenhalve meter. Een motorboot dus. Hij wilde liever zeilen, maar begreep dat je eerst enige ervaring op het water op moest doen, alvorens het echte werk kon beginnen. De verkoper zei het zo: “meneer De Soet, u gaat nu zeebenen krijgen”. Motorboot of niet, ik vond het prachtig.