Werken bij Shell (3)

In de categorie Mijn werkzame Leven vervolg ik mijn loopbaan. Eerdere blogs daarover gingen over mijn tijd bij Shell/ Billiton, de MBA business school IMD in Lausanne en daarvoor over weegschalen fabrikant Van Berkel. Nu is het tijd voor mijn periode bij Shell. Van die periode is dit deel 3.

Mijn periode bij Shell Nederland (1987 – 1989) was een niet zo gelukkige. In meerdere opzichten, ik blogde er al eerder over. Zo vertelde ik dat ik mijn Billiton netwerk kwijt was, weer met schoolverlaters aan de slag moest, er teveel Economische Bureaus in de Shell toren aan het Hofplein in Rotterdam waren en nog een paar zaken, die mij allerminst bevielen. Ik begon ‘om mij heen te kijken’.

Ik eindigde de vorige blog over dit onderwerp met de toezegging iets over het werk op de afdeling zelf te schrijven. Ondanks alles werd er ook gewoon gewerkt.

Dollars fluctuaties

Mijn belangrijkste prestatie als hoofd van dit Economische Bureau was een onderzoek naar de mogelijkheid iets te doen aan de valuta fluctuaties in de resultaten van het bedrijf. Shell behaalde soms flinke winsten, maar leed ook geregeld behoorlijk grote verliezen, simpelweg omdat de koers van de dollar bewoog. De valuta risico’s waren gigantisch. Per kwartaal kon zomaar door de beweging van de dollar de op zich positieve marge in dollars, omgerekend in guldens, volledig wegvagen of zelfs laten omslaan in een verlies. Het waren fluctuaties waar je geen invloed op had en dat is in zijn algemeenheid voor een bedrijf onwenselijk. Een bedrijf loopt talloze marktrisico’s, daar is niets mis mee. Sterker, je meent als bedrijf dat juist jij daar goed in bent, beter dan de concurrentie. De risico’s die je niet in de hand hebt, waar je geen invloed op hebt, zoals rente en valuta’s, daar stuur je op zekerheid. Een vaste rente bijvooebeeld, hoe hoog ook, is te prefereren boven een variabele: je weet waar je aan toe bent en dat is te verkiezen boven de onzekerheid van de fluctuaties, die je ‘overkomen’. Je kunt je vervolgens geheel op je markt richten – in ons geval was dat ruwe olie en olieproducten zoals benzine, gasolie en kerozine, e.d. – met de risico’s dus waar je meent wel invloed op en in ieder geval verstand van te hebben.
Er moest wat gebeuren.

Student-stagiair

We namen een student economie op de afdeling aan, een jonge, ambitieuze knul, die in het kader van zijn afstuderen, zes maanden bij ons op de afdeling vertoefde. Onder mijn leiding en samen een andere collega op de afdeling onderzocht hij hoe het valutarisico ontstond en hoe het in goede banen kon worden geleid.

Hedgen

Het onderzoek werd een groot succes. Het gaf inzicht in het ontstaan van het risico, de grootte, de verschillende componenten en hoe je het risico kon afdekken. Dat werd hedgen genoemd. Dat kon bijvoorbeeld door tegengestelde transacties te doen, hedgen met futures of zelfs met opties.
Ter toelichting: met futures (termijncontracten) wordt vooraf bepaald tegen welke koers dollars in de toekomst worden gekocht of verkocht. Ook een vorm van een tegengestelde transactie, maar dan op termijn. Met opties wordt het toekomstige risico naar beneden afgedekt – tegen een kostprijs – terwijl van een potentiële valutawinst kan worden geprofiteerd.

Hoop

De uitkomsten presenteerden we aan wie het maar horen wilde, aanpalende Economische Bureaus, andere afdelingen, het (top)management en zelfs aan Shell Pensioenfonds. Men was enthousiast. Een van de commentaren vanuit het management was dat als dit soort kwalitatief goede onderzoeken binnenshuis konden worden opgezet en met succes uitgevoerd, er (nog) hoop voor Shell als bedrijf was. Kijk, dat was nog eens een compliment. De student zelf kreeg van zijn studiebegeleider op de universiteit een 9!

Met de uitkomsten werd – hoe kan het ook anders – niets gedaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *