Tag archieven: Olympische Spelen

Doelen stellen

Bent u ooit wel eens in aanraking gekomen met de kracht van bewuste intentie? Je wilt iets en door het willen, gebeurt het? De wil iets te kunnen, iets neer te zetten of te bereiken? Ik heb voor u het verhaal van Ron Zwerver, een volleyballer op Olympisch niveau.
Hij nam zich voor om met zijn team en een aantal mensen er omheen, Olympisch goud te winnen. In Barcelona 1992. Alles werd ten behoeve van dit doel in het werk gezet. Het was de Seven Habits van Stephen Covey in alle hevigheid actief.

Lees verder Doelen stellen

Is de kritiek op de koning in Sotchi terecht?

Er was onlangs een ingezonden brief in de Volkskrant over het gedag van de onze Koning in Sotchi. Hij zou zich niet waardig, als een koning, hebben gedragen. Hij gedroeg zich als een corpsbal, bierdrinkend met onder andere President Poetin in het Holland Heineken Huis (zouden ze daar nog iets anders schenken?) en met een blond mokkel aan zijn zijde. 

 

Premier Rutte zei erover dat hij de kritiek onzin vond. Hij stelde de vraag wat de koning dan, als sportliefhebber, had moeten doen. In een driedelig kostuum strak voor zich uitkijkend en slapjes applaudisserend bij de overweldigende resultaten van de Nederlanders. Zijn effect op de sporters bleek erg stimulerend. Zeurpieten noemden hij deze critici.

Azijnpissers zijn het, vonden weer anderen. En misschien hebben ze wel gelijk.
Want ik plaats ook kanttekeningen bij de ingezonden brief. Er zijn mensen geweest die er sympathie voor bleken te hebben, waaronder Maarten van Rossum. Het is allemaal zo negatief: als er mensen zijn die plezier hebben, of erg succesvol zijn, dan beginnen anderen zich daaraan te storen. Sommigen gaan dan zover dat ze ingezonden stukken sturen.


Maar dat terzijde. Verder met de ingezonden brief zelf. Om te beginnen spreekt de brief over corpsballen. Dat heeft er lijkt mij niets mee te maken. Alsof alleen corpsballen bij grote sportsuccessen uit hun dak gaan. En alsof alleen corpsballen een blond mokkel naast zich hebben zitten. 
Wat dacht je van voetbalhooligans? Over bier drinken gesproken. Nee, het ingezonden stukje sloeg daar de plank volledig mis. Het haalde twee dingen aan, die niets met elkaar te maken hadden: de juichende koning, met koningin Maxima aan zijn zijde, al even betrokken en bierdrinkende corpsballen, die als hooligans werden neergezet. Wat een onzin!

Wat ik zie is betrokkenheid!
In zijn manier van omgaan met de mensen herken ik de wijze waarop een organisatie van welke aard dan ook geleid kan worden: geef mensen vertrouwen, behandel iedereen met respect, durf tussen je mensen in te staan, heb vooral ook plezier met elkaar, deel de ellende, betrek ze bij beslissingen en streef samen je doelen na.
Dat is betrokkenheid! Dat liet de koning zien!

De Olympische Spelen (deel 2 van 2)

Over de Olympische Spelen blijf ik me verbazen. Hoe komt het dat sommige sporters met een aantal plakken naar huis gaan, voor één sport, bijvoorbeeld zwemmen en andere eindeloos voorrondes moeten spelen, roeien, of zeilen, met erg veel risico’s. Er kan in de tussentijd immers van alles mis gaan. Uiteindelijk leidt het tot één plak, soms helemaal aan het eind van de Spelen.
Of het kan nog anders: bij wielrennen, een teamsport, krijgt alleen de uitverkorene van het team de plak. Het team staat in dienst van deze uitverkorene. De rest is ‘knecht’. Men wint ook wel maar krijgt niets. Vandaar dat Marianne Vos de medaille aan het hele team opdroeg. Waarom werkt dit zo bij deze sport? Hoe zit dat? Hoe werkt dat?
Bij hockey bijvoorbeeld, of bij het roeien van de vrouwen acht, krijgt na een lange aanloop tenminste het hele team een medaille. Als het allemaal goed is gegaan.
En dan de dualiteit: winnen of verliezen. Wat een contrast. Dat is overigens niet zozeer een vraag, het is een constatering, het hoort erbij. Sommige van de turners, bijvoorbeeld, beginnen zoals bekend al als klein kind met turnen en komen na zeg vijftien jaar op de Olympische Spelen. Als ze dat al halen. En dan hebben ze vijftien jaar getraind en dan blijken daar talloze soortgenoten te zijn, de concurrentie en dan eindig je gewoon ergens in de middenmoot of als vierde. Dat is naar verluidt nog teleurstellender. Het verdriet, de teleurstelling, het spat er soms van af.
Maar als je wint, kroon op het werk! De blijdschap, de trots, ook die spat er van af!

De Olympische Spelen (deel 1 van 2)

Je wordt er toch wel door gegrepen, door de Olympische Spelen. Je kunt er ook niet echt omheen, want het is aan de orde van de dag. En het is spannend. Maar ik heb wel wat vragen.

Hoe komt het toch dat er sporters zijn, die bij wijze van spreken moeiteloos vijf keer achter elkaar wereldkampioen worden, in de een of andere sport, soms een paar weken voordat de Spelen gehouden worden en op de Olympische Spelen op z’n best brons pakken. Als ze er al aan te pas komen en niet roemloos ten onder gaan. Heel verdrietig, want ze waren immers de kanshebber, de favoriet.
Is het de mentale druk, die zo lastig te hanteren is? Omdat het de Olympische Spelen zijn, die ten slotte maar eens in de vier jaar worden gehouden? Of is het het zijn van de favoriet? Dat schept naast de prestatie die geleverd moet worden, nog een extra verwachting, die er bovenop komt. Ik vind het moeilijk te doorgronden.
Het moet wel een mentale kwestie zijn. Ook bij een WK of EK Voetbal zie je het terug: denk aan ons eigen Nederlands Elftal: twee jaar geleden finalist bij het WK Zuid-Afrika in 2010, nu zou je zeggen, een zilveren plak, niks mis mee en twee jaar later tijdens het EK bakken ze er werklijk niets van. Bijna hetzelfde team, dezelfde trainer, bijna dezelfde omstandigheden, maar het lukte niet.
Een gunstige uitzondering zijn misschien de hockeyvrouwen. Vier jaar geleden bij de Spelen in Beijing in 2008 goud, door een uiterst gecultiveerde mentale hardheid. Ik noem een voorbeeld: een achterstand tijdens een wedstrijd werd uit de gedachten verbannen. Het was er wel, maar ergens in het achterhoofd en het speelde daardoor tijdens het uitspelen van de wedstrijd, geen rol van betekenis. Als de achterstand zodoende niet in de weg zit, kun je als het ware ‘gewoon’ doorspelen en vanuit die mentaal neutrale positie toch je doelpunten scoren en winnen.
Laten we hopen dat deze mentale kracht vele Nederlandse sporters tijdens de Olympische Spelen van 2012 in Londen gegeven is.