Een ‘Near Miss’ (9): motorpech

De Friese Westerdijk schouw op een ander moment

In de rubriek Een Near Miss verhaal ik over de bijna ongelukken (near misses) die mij met mijn avontuurlijke vader overkwamen. Deze keer niet echt levensgevaarlijk, maar toch wel erg spannend en zonder mijn vader, met mijn eigen schip. Ik kreeg motorpech.

Het is 2001. Ik zeil met een stevige wind in de rug van Muiden naar Enkhuizen. Ik vaar alleen, zoals in die tijd zo vaak, met mijn negen meter Friese Westerdijk zeeschouw. Een prachtig gelijnd schip. Mooie zeeg. Goed in de lak, alles klopt.

Buitengaats, ten zuiden van de havenhoofden, strijk ik de zeilen. Ook al staat daar nogal wat golfslag aan lagerwal, ik wil altijd, alleen zeilend, bijtijds de boel helemaal op orde hebben. Daardoor kan ik mij volledig op de aanleg manoeuvre concentreren. In dit geval de inmiddels oude sluis van Enkhuizen. 

De motor aan

Ik start altijd eerst de motor. Stel dat ik toch ineens, ondanks de rust om mij heen, door de plotselinge komst van een ander schip, of een boei die ik over het hoofd zou hebben gezien, of iets anders, snel moet manoeuvreren, met de zeilen half of helemaal naar beneden, ik zou volkomen stuurloos zijn.

Doodse stilte…

Dus ook deze keer eerst motor aan. Nadat de zeilen zijn gestreken, alles vastgesjord, gereed om de haveningang in te gaan, geef ik wat gas, maar echt harder gaat de boot niet varen. Ook ontwikkelt de motor niet zijn gebruikelijke gebrom. Het lijkt wel of hij hapert. Ik probeer het nogmaals, maar ik plaats van te brullen, hoor ik een wegstervend geluid, dew, dew…, dew… en de motor slaat af. Doodse stilte. Alleen het geruis van de brekende koppen van de golven. Ik start opnieuw. De motor weigert.

The sound of silence

De stilte overvalt me, zo stil is het. Ik hoor elk geluid. Ik heb de hele dag gezeild, zonder motor, dus je zou zeggen ik ben aan de stilte, het ruisen van wind en golven gewend, maar niets blijkt minder waar. Doodse stilte, te stil. Oorverdovend stil. The sound of silence.

Geen diesel?

Ik bedenk me wat het kan zijn. Het enige wat ik kan bedenken, is dat de diesel op is. Kan dat? Ik peil altijd trouw het niveau. De motor maakte zo-even tijdens het starten een geluid van een goed werkende startmotor, alle lampjes brandden, dus geen diesel meer lijkt mij de enige verklaring. 

Failure is not an option

‘Failure is not an option’ uit de film Apollo 13

Wat nu? Het begint tot mij door te dringen dat ik naar de havenhoofden kabbel en dat ik iets moet verzinnen, want de sluis is uiteindelijk het onherroepelijke eindpunt. Ik zal met een vaartje, onstuitbaar, tegen de sluisdeuren eindigen. Dus, wat zijn de opties? Failure Is not an option (quote uit de Oscar winnende film Apollo 13, met Tom Hanks). Dat dus in ieder geval niet. Voor anker? Hier, nog op het Markermeer, of ‘binnen’ tussen de strekdammen van de haveningang? Dat lijkt mij beter, gegeven de golfslag. Of kan ik ergens langs varen, een kade bijvoorbeeld en de boot al schurend tot stilstand brengen?  Ik hijs de fok. Ik ben met wat meer snelheid beter bestuurbaar. Ik zeil naar binnen, tussen de strekdammen. In Enkhuizen kun je, ook toen, eenmaal langs de havenhoofden, nog wel enige tijd tussen de ver uiteen gelegen strekdammen varen. Ik heb dus de ruimte. 

Een steiger

De golfslag is nu verdwenen. Ik ontwaar aan bakboord een aantal havenbedrijven en steigers. Als ik daar nou eens langs vaar en probeer de boot tot stilstand te brengen? Ik zeil ernaar toe, bekijk zo goed mogelijk de steigers, er ligt niemand. Enigszins lager wal. Ik maak een achterlijn gereed om te gooien, stootkussens uit, ik kies de laatste paal van de eerste steiger uit, als ik eenmaal tot stilstand kom, zo denk ik, ga ik met deze lager wal in de ingang eindigen. Goed plan.

Shell

Maar op het laatste ogenblik, als ik op het punt sta om de lijn te gooien, zie ik dat aan de paal een vlaggenmast vastzit. Daar krijg ik natuurlijk geen lijn omheen. Dus stuur ik snel weer van de steiger weg. 

Verderop ontwaar ik een Shell vlag. Jippie! Wat een geluk. Twee vliegen in één klap: aanleggen en tanken!

Ik heb nog steeds snelheid en dus kan ik van deze plek wegkomen. Ik zeil erheen. Ik zie een lege steiger, alle ruimte, stevige bolders om mijn lijn overheen te gooien, geen vlaggenmasten. Die van de Shell staat verderop. De stootkussens zullen de eventuele klap opvangen.

Gejuich

Ik vaar er vlak langs, laat de fok los, sta met de lijn klaar, gooi, de lijn komt ruimschoots over de bolder te liggen. Ik haal hem langzaam binnen, rem de boot af op de bolder van de boot – wat een kracht! – en…. we liggen stil. Het is gelukt!

Wat er bij mij opkomt is dat ik dit voor publiek had moeten doen, een stadion vol en, net als bij een doelpunt, een in gejuich losbarstend publiek. Ik juich ook, zwaai naar de dolenthousiaste mensen, neem de verheerlijking in mij op, ik glim van trots. Zo voelt het dus om als voetballer te scoren. Maar…, er is niemand. Ook hier weer doodse stilte. Niemand heeft deze fantastische manoeuvre gezien. Geheel alleen sta ik vervuld van blijdschap over de goede afloop op mijn boot van deze geslaagde manoeuvre te genieten. Gevoelens van blijdschap en opluchting strijden om voorrang. 

Ik kijk naar de sluisdeuren een eindje verderop en begin te fantaseren hoe ik daar tegenop had kunnen varen. Wat een drama, wat een afgang, wat een schade!

Stofzuiger

Ik loop naar het havenkantoor. Iemand is aan het stofzuigen. Boven dat lawaai uit, schreeuw ik tegen de man dat ik motorpech heb en of ik kan tanken, of er iemand is die even kan komen kijken? Al door stofzuigend schreeuwt de man terug dat ik morgen maar terug moet komen. Het is na vijf uur, er is nu niemand meer.

Weer aan boord, peil ik de hoeveelheid diesel en zie dat er nog voldoende in zit. Een verstopping? Morgen ga ik het vragen.

De volgende dag blijkt het hard te waaien, windkracht 8. Geen verkeerde dag eigenlijk om met motorpech in een haven te liggen.

Bacteriën 

In alle vroegte sta ik weer in het havenkantoor. Mijn verhaal aan horend, meent de monteur dat de motor waarschijnlijk door bacteriën vervuilde dieselfilters heeft en dat een en ander schoongemaakt moet worden. Aldus geschiedt. De reparatie van alles waar diesel doorheen stroomt, duurt de hele dag. De volgende dag vervolg ik mijn tocht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *