Winter in Holland

Gisteren, een prachtige maar heel koude dag,  reed ik met de trein door het Hollandse landschap tussen Haarlem en Leiden. Wat zag het er mooi uit. Het is winter, alles is grauw, kaal en vlak. Geen bloeiende weiden, maar bruin, geen bladeren aan de bomen maar kaal, deels bevroren sloten, nog geen ijspret. Je zou zeggen: wat lelijk. Maar het tegenovergestelde trof mij gisteren. Ik vond het mooi!

Goed voor elkaar

Schijnbaar verlaten dorpen met hun kerktorens, waar ik altijd met de trein langs rijd zonder dat ze opvallen, auto’s op parkeerplaatsen van de fabrieken en kantoren waar we aan de achterzijde langs zoeven, molens, boerderijen, aangeharkte vinexwijken die midden op de dag een verlaten indruk maken. Wat is het allemaal voor elkaar, hier in dit land.

Zelfs de trein rijdt

Je zou bijna zeggen: zelfs de treinen rijden, maar helaas ben ik afgelopen weken te vaak getroffen door treinen die niet reden of net voor mijn neus de deuren dicht gooiden omdat de trein waar ik inzat weliswaar reed, maar te laat op het desbetreffende station aankwam.

Schoonheid

Maar dat terzijde. Het gaat mij om de schoonheid die ik aantrof, gisteren in het Zuid-Hollandse beeld, rijdend in de trein van Amsterdam naar Den Haag. Sloten, vaarten, meren, dorpen, kerken, boerderijen, molens, bossages, weilanden, bloembollenvelden, fabrieken, kantoren, stations, paden, wegen, groot en klein, alles kom je tegen en alles is, als gezegd, kaal, grauw, bruin, kortom winters en daarmee merkwaardigerwijs prachtig!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *