Hoe betalen we onze ‘oudjes’?

Mijn moeder was onlangs jarig. Ze werd maar liefst 85! Ze is gezond, rijdt auto, fietst, wandelt, doet boodschappen, is geïnteresseerd in wat er om haar heen gebeurt, sociaal, cultureel, politiek, enz. En ze stelt zich de vraag wat er moet gebeuren als het ineens anders gaat. Als het niet meer kan. Als zij niet meer kan. En dat kan zomaar van de een of andere dag gebeuren. De emotionele kant van dit soort zaken laat ik voor nu even rusten. Dat u niet zult denken, hij denkt alleen maar aan wat hieronder komt (de kosten). Ik val de lezer met de emoties (nu) niet lastig. En mijzelf ook maar even niet. Wie weet komt dat nog eens.

Het gaat mij nu even om het volgende: Ze zei dat ze het voor zich zag: ze zit ergens, of ze ligt ergens, ze kan niet(s) meer. Er worden (enorme) kosten gemaakt om haar op te kalefateren of op zijn minst in leven te houden. Nogmaals, het speelt nu niet gelukkig, maar bij oude mensjes kan het noodlot zomaar toeslaan. En als die kosten worden gemaakt, wie betaalt dat dan, zo vroeg ze zich af. Ik wil dat eigenlijk niet meer, tegen die tijd. De kosten worden betaald door de AWBZ, de ziektekostenverzekering, of zo, die hierdoor extra hoge premies moet heffen. En tegelijkertijd ontvangt ze al jaren een nabestaandenpensioen van het ABP. En dat gaat gewoon door, ziek of niet ziek, oud of nog ouder en in leven gehouden. En als het noodlot heeft toegeslagen maakt ze er geen gebruik meer van, vindt ze. Nu wel, dan niet.

Kunnen we het dan niet aan elkaar koppelen? Dus dat die pensioenuitkering geheel of gedeeltelijk en onder nader uit te werken voorwaarden naar de AWBZ of de ziektekostenverzekering gaat? Oei, dat is een gevaarlijke gedachte. Je gaat je ineens bemoeien met het behoeftepatroon van mensen. Aan de andere kant, het moet wel betaalbaar blijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *