Een ‘Near Miss’ (16): oceaanzeilen (deel 3 van 6)

In de reeks A Near Miss, volgt hier deel 3 van een meerdelig relaas over mijn avontuur op de Atlantische Oceaan en de Golf van Biskaje. De vijftien eerdere blogs in deze rubriek, A Near Miss, en deel 1 en 2 van deze blog, vind je door de woorden ‘A Near Miss’ in de zoekfunctie te zetten. Hier volgt deel 3 van de zestiende Near Miss.

Uitrusten en herstellen

Na dertig uur tegen de wind opgebokst te hebben, hadden we weinig voortgang geboekt:  we waren ternauwernood Portugal voorbij. Gecombineerd met de onmogelijkheid vanwege de diesellucht binnen te verblijven, besloot de schipper een havenstadje aan te doen en niet in één ruk naar La Caruña door te zeilen. Het leek hem verstandig te herstellen van de zeeziekte – ik was niet de enige, de dieselstank binnen had ook de anderen de das om gedaan – en uit te rusten van de tegenwind en het gebeuk tegen de golven. Ik was blij met het besluit.

Kaap Finisterre

De volgende dag zeilden we door en passeerden Kaap Finisterre, door de Romeinen zo genoemd: het einde van de wereld. We besloten vaker aan wal te overnachten om de krachten voor de oversteek over de Golf van Biskaje te sparen. Dus deden we wederom in een havenstadje aan. Enkele dagen later bereikte we La Coruña.

Jerrycans

Daar troffen we voorbereidingen de oversteek. We vulden jerrycans met diesel en stouwden ze aan dek. Het weer was slecht, we zaten in een depressie, het woei inmiddels windkracht zes uit het noordoosten, precies uit de richting waar wij heen moesten. Het slechte weer zou de komende dagen aanhouden, het zou eerder slechter worden, met meer wind. We berekenden dat we met deze tegenwind en gegeven het aantal jerrycans onvoldoende diesel aan boord hadden om de hele tocht de motor bij te kunnen zetten. De golven zouden naar verwachting een stuk hoger zijn, ze zouden ons meer vertragen dan langs de kust. Bovendien zouden we het hele eind moeten kruisen, wat de tocht ruwweg tweemaal zou lang zou maken. De motor was dus nodig. Met de ervaring van de dagen hiervoor, kruisend langs de Portugese en Spaanse kust met minder wind en minder hoge golven, drong dat zonneklaar tot ons door.

Hoge golven

Ter illustratie van de hoge golven (de foto is van een Volvo Ocean Race schip)

Voor wachten op beter weer was geen tijd. Dus vertrokken we. Andermaal gingen we het zeegat uit, de zeegang in…, ik schreef het al in deel 2 van deze blog. We maakten een slag van enkele uren over bakboord naar het noorden, daarna over stuurboord naar het oosten. De golven waren hoog, heel hoog. Ze kwamen vanaf de Franse kust over tweehonderd mijl aanzetten. Ze hadden volop de gelegenheid hun maximale hoogte te bereiken, bij een aanwakkerende wind. Op enig moment werd het windkracht acht. We stelden het vast aan de hand van de verstuivende golftoppen. Wat we ook vaststelden, was dat we niet echt overtuigend van de kust wegkwamen, terwijl we nog ruim tweehonderd mijl te gaan hadden, met harde wind tegen…

Tapas en rode wijn

We besloten te draaien en terug te gaan. Met grote snelheid en door het ontbreken van de rollers over het dek relatief comfortabel, ‘vlogen’ we over de golven terug naar de haven. Dit was leuk! En daarna heerlijk aan de kade, tapas eten in een Spaans restaurant, een glas rode wijn erbij. Ik concludeerde andermaal, diep in mijn hart, dat dit was wat ik wilde. 

Hierna deel 4 van deze Near Miss 16.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *