Ineke Struve 1927-2022 (3)

Mijn moeder, Ineke Struve, overleed op 19 april 2022. Ze werd vijfennegentig jaar oud.
’Niet bepaald in de wieg gesmoord,’ zou ze zelf hebben gezegd.
In een blogreeks, post ik enkele verhalen over haar leven. Hier volgt deel 3.

Na het vroege overlijden van haar vader tijdens de oorlog, was de volgende schok voor mijn moeder dat ze op verzoek van haar broer en jongste zus voor hun zieke moeder zou gaan zorgen. Haar broer en zussen waren daartoe niet in de gelegenheid. Dit gebeurde net nadat ze met succes eerst het eindexamen MMS en daarna de secretaresse-opleiding bij Schoevers had behaald. Zorgen voor haar zieke moeder  betekende huur en baan in het bruisende Amsterdam opzeggen en terugkeren naar het verfoeide, kleinburgerlijke Boskoop. Ze moest haar depressieve en zieke moeder gaan verzorgen. Ze werd mantelzorger avant la lettre.  Net als haar vader had haar moeder een ongeneeslijke ziekte. Ze wilde niet meer behandeld worden. Na een aantal maanden overleed ze op 56-jarige leeftijd.

Vlucht naar voren

Gegeven deze ongelukkige loop der gebeurtenissen en het verdriet over haar zo vroeg overleden ouders, is het nauwelijks een wonder dat ze slechts twee maanden na het overlijden van haar moeder, haar toekomstige echtgenoot tegenkwam, zich al na twee maanden met hem verloofde en na nog eens vier maanden met hem in het huwelijk trad. Dientengevolge kon ze uit Boskoop vertrekken. Een vlucht naar voren.

Van de regen in de drup

In sommige opzichten was het voor haar helaas van de regen in de drup. Ze gingen in Vught wonen. Haar nieuwbakken echtgenoot, met wie ze gelukkig was, had een baan in Den Bosch. In het katholieke Vught werd ze als niet-katholiek en komende van boven de rivieren met de nek aangekeken. Men sprak tot haar in het eigen dialect, als het al tot een gesprek kwam. Men deed geen moeite Nederlands te spreken. Van Boskoop naar Vught bleek meer van hetzelfde. Ook toen haar oudste dochter werd geboren, verdween de eenzaamheid niet. Terwijl de baby sliep was ze aan huis gebonden.

Opleving

De opleving kwam niet lang daarna. Het jonge gezin verhuisde door een overplaatsing naar Den Haag. Dat was dé plek! Haar hele familie kwam er vandaan, vroeger als kind had ze elke zondag en elke vakantie in Den Haag doorgebracht. Fijne herinneringen. Voorbij eenzaamheid. 

Onderdompelen

Niettemin bleek ook nu, ondanks dat ze in het heerlijke Den Haag woonde, het beest ’eenzaamheid’ (nog) niet getemd: haar man meende te moeten promoveren. Ze leerde hem nu van een andere kant kennen. Een kant waarbij hij zich geheel in zichzelf keerde en zich in zijn wetenschappelijke werk onderdompelde. Hij was uitsluitend met zichzelf bezig. Ze hadden geen goed contact meer.

Ups and downs

Het verblijf in Den Haag duurde slechts drie jaar. Het gezin, inmiddels uitgebreid met een zoon, uw schrijver dezes, verhuisde opnieuw, vanwege een overplaatsing naar Utrecht, en wel naar het – toen nog – kleine plaatsje Zeist. Ze zou daar vijfenzestig jaar wonen, op twee adressen. Het was tijd met ups and downs. Eerst een up: er kwam nog  een kind. Een tweede up: de kinderen gingen naar school en dat leidde al snel tot contact met andere ouders en vooral moeders, sommige waarmee ze een leven lang bevriend zou blijven. De eenzaamheid leek voorgoed voorbij.

In deel 4, het slot van deze reeks, een aantal downs en gelukkig ook weer wat ups.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *