In de rubriek ‘Mijn Werkzame Leven’, ben ik aangekomen bij de Optiebeurs. Jarenlang werkte ik er met veel plezier. Terugkijkend bracht ik samen met de daarop volgende AEX-tijd er zakelijk gezien mijn leukste jaren door. Deel 1 ging over mijn indiensttreding, deel 2 over het pionierskarakter van de organisatie. Hier volgt deel 3.
Amerikaans
Een van de afdelingen die bij de Optiebeurs onder mij vielen, was de afdeling Compliance. In de jaren negentig had niemand nog van dit Amerikaanse woord gehoord.
Ik zocht het woord op. ‘To comply with’ betekende ‘voldoen aan’. Voldoen aan de regelgeving van de EOE, de Optiebeurs. Zoals de EOE naar Amerikaans voorbeeld was opgezet – de EOE was als een kopie van de CBOE, de Chicago Board Options Exchange. Alle Amerikaanse termen, de beursorganen, committee’s, functies en afdelingen, ze waren allemaal rechtstreeks en letterlijk overgenomen.
Zo kwam ook de benaming van de afdeling Compliance mee naar Amsterdam. Sprankelend was deze afdeling niet, wel heel goed. Goede geleid, hoge kwaliteit medewerkers, geoliede systemen, en de afdeling genoot aanzien.
Rules and Regs
De medewerkers van deze afdeling bezochten de leden van de beurs, de EOE en zagen toe op de naleving van de in het Engels geformuleerde regels (de rules en regulations, ofwel rules and regs). Als ze een overtreding constateerden, werd het lid namens het bestuur (de Council) door het Executive Committee van de beurs, waar ik deel van uitmaakte, naar de tuchtcommissie gestuurd. In het zogeheten Business Conduct Committee (BCC) spraken leden recht over leden. Overtreders werden bestraft. Dit proces was een onderdeel van de zelfregulering die toen gangbaar was. Ook wel zelfreiniging genoemd.
De naam compliance bestond dus al voordat het na 2000 breder in het bedrijfsleven in zwang raakte.
Uitglijders
In de loop van de jaren negentig werd de regelgeving steeds ingewikkelder, ook de (geldelijke) belangen groter, en de ‘uitglijders’ die de pers haalden, namen navenant toe. Dus ging de overheid er zich mee bemoeien. De Vereniging voor de Effectenhandel (VvdE) had na ruim honderdtwintig jaar zelfregulering moeite met de nieuwe regelgeving. Verlies van zelfstandig regels opstellen, opleggen en handhaven viel hen zwaar. Uitglijders trachtte men buiten de pers te houden en/of in de doofpot te stoppen.
Bij de nog geen vijftien jaar oude Optiebeurs was die druk minder groot, er was minder zelfregulering en we stonden minder in de schijnwerpers. Bovendien waren er nauwelijks uitglijders.
Zelfregulering
Toen zich midden jaren negentig dan ook enkele geruchtmakende financiële ongelukken voordeden die ondanks ingrijpen van het bestuur van de VvdE, voorpagina nieuws opleverden, kwam de zelfregulering steeds verder onder druk te staan. Een ambtenaar van het Ministerie van Financiën zei mij dat wat er aan wetgeving aankwam, de beurzen in hun stoutste dromen niet konden vermoeden.
Externe toezichthouder
De eerste stap was het installeren van een externe toezichthouder, de Stichting Toezicht Effectenverkeer, STE (de latere Autoriteit Financiële Markten (AFM). Dat toezicht was voor de Optiebeurs geen enkel probleem. Ik zorgde voor goede contacten en besprak de issues, zoals nieuwe producten, in een goede en open sfeer. In tegenstelling tot de VvdE gingen onze hakken niet in het zand. We kregen dan ook veel voor elkaar. De AFM harkte steeds meer bevoegdheden naar zich toe. Niet alleen kwam de voorspelling van de ambtenaar uit, zelfregulering werd volledig afgeschaft, ook andere bedrijfstakken zoals de accountancy trok de AFM in haar invloedssfeer. Bestond de STE bij haar start in 1989, uit vijf mensen, tegenwoordig werken er bij de AFM zo’n zeshonderd, als het er niet meer zijn.
In de loop van de jaren nul ging ook de afdeling Compliance in de AFM op.